De Shetland Pony
Geschiedenis
De echte herkomst van de Shetland pony is niet helemaal duidelijk. Men zegt wel eens dat ze duizenden jaren geleden vanuit Scandinavië zijn overgebracht naar de Shetlandeilanden, ten noorden van Schotland, maar hierover bestaat geen zekerheid. Zeker is wel dat ze al minstens 4000 jaar op deze Shetlandeilanden wonen. De Shetland pony’s werden al snel heel sterk en taai door de slechte omstandigheden waarin ze op de eilanden leefden. Er was namelijk weinig eten en ook de harde weersomstandigheden maakten het hen niet gemakkelijk. Maar de sterkste pony’s overleefden toch en hebben zich aangepast aan hun omgeving. Zo hebben ze lange, overvloedige manen en krijgen ze in de winter steeds een dikke, dubbele vacht.
Later, rond de jaren 1840, werden de pony’s gebruikt in de steenkoolmijnen omdat dat vanaf toen voor vrouwen, meisjes, en later ook voor jongens verboden was. De Shetland pony’s waren hier natuurlijk erg geschikt voor door hun kleine, sterke gestalte dat hen het mogelijk maakte om de zware ladingen met steenkool te vervoeren door de tunnels.
Pas vanaf 1880 begon men met het fokken van Shetland pony’s op de eilanden. Het eerste Stud-Book, “The Shetland Pony Stud Book Society” (1890), werd dan ook al snel opgericht en het streefde ernaar om terug meer pony’s van goede kwaliteit te kweken.
De pony’s die door de bewoners werden gehouden, werden vooral gebruikt als rij- en trekdieren, maar ook om zeewier en turf te vervoeren.
Momenteel leven er nog steeds 1500-2000 pony’s op de Shetlandeilanden, maar door de export vanuit de eilanden is de Shetland pony vandaag de dag overal ter wereld verspreid en gekend.
Uiterlijk
De Shetland pony wordt gekenmerkt door zijn ‘robuuste’ uiterlijk. Hij is klein (schofthoogte tot 107 cm), heeft krachtige gangen en bewegingen, een korte en zware hals, sterke benen, een klein hoofd en kleine oren. De manen en staart zouden dik en overvloedig moeten zijn en de vacht verandert naargelang het seizoen. In de zomer hebben ze dus een korte, glanzende vacht en in de winter een dikke, dubbele vacht.
Karakter
Men zegt wel eens dat de Shetland pony ‘lastig’ en ‘eigenzinnig’ kan zijn, maar dat ligt natuurlijk voor een groot deel aan de opvoeding. Een karaktereigenschap die toch bij vrijwel elke pony voorkomt is nieuwsgierigheid. Verder kunnen ze met iedereen goed overweg en zijn ze heel aanhankelijk, vooral met kinderen. Naar mijn mening zijn ze dus allemaal even lief en met een beetje opvoeding en voldoende aandacht vanaf dag één, heeft u een vriend voor het leven.
Verzorging
Over het algemeen is er niet veel werk aan het verzorgen van de Shetland pony. Als ze een stal/hok hebben om in te schuilen en een wei met wat gras in, zijn ze al gelukkig. Toch zijn er enkele zaken waaraan iedere eigenaar extra aandacht moet besteden.
Zo zitten er in de lente en zomer zeer veel eiwitten in het gras en dit is gevaarlijk voor de pony’s. Het is ook niet slim om de weide kort af te maaien tijdens deze periode want in die korte grassprietjes, zitten er veel suikers. Een pony die te veel van zo’n eiwit- en suikerrijk gras binnen heeft, kan hoefbevangenheid krijgen. Men moet hier dus goed mee opletten aangezien vele Shetland pony’s hier gevoelig aan zijn. Wanneer het winter wordt en er echter nog weinig voedsel in de weide staat, moet men de pony’s bijvoeren met hooi, korrels (mengeling), biet of pulp en eventueel enkele wortelen (niet te veel). Brood mag, maar moet beperkt worden (bv. 1 stukje per pony per dag) en het moet zeer hard zijn! Veulens mogen meer energierijk voedsel eten en mogen op een goede weide staan (in principe tot 1,5 - 2 jaar). Ze worden best bijgevoerd met veulenkorrel en later een goede paardenmengeling (zonder haver).
Het is wel nodig om af en toe de manen en vacht eens te borstelen, vooral in de winter om klitten te voorkomen. Daar kunnen ze ook echt van genieten.
De stallen moeten steeds schoongemaakt worden en de mest moet regelmatig uit de weide gehaald worden om de kans op wormen te verminderen. Om dit laatste te verwezenlijken moet men de pony’s natuurlijk ook regelmatig ontwormen (liefst 3 à 4 keer per jaar of mestonderzoek laten doen door de veearts). Wanneer men niet juist of te weinig ontwormd heeft, kan dat serieuze gevolgen hebben (bv. koliek). In vele gevallen is het te laat voor de pony als de wormen doorbreken en wordt het hem of haar fataal. Er gelden natuurlijk andere regels i.v.m. ontwormen voor veulens dan voor volwassen pony’s. Het is dus van cruciaal belang om te weten wanneer en hoe men de pony’s moet ontwormen. Iedereen doet dit uiteraard op zijn manier, maar het is toch handig om een soort van schema te hebben zodat men goed kan zien wanneer men welk ontwormingsmiddel gebruikt bij welke pony. Ikzelf heb na wat opzoekwerk en advies zo’n schema gemaakt en dit gebruiken wij ook steeds voor onze pony’s. Als u dat schema graag hebt of bekijkt, kan u mij altijd contacteren en dan stuur ik het door. Als u hier weinig of geen ervaring in hebt, vraag dan altijd raad aan uw dierenarts!
Stoeterij
Het Juffrouwenbos